Ik schreef afgelopen zomer dat zanger Christopher Owens een tijdje van de radar was verdwenen. God, dat blijkt zacht uitgedrukt. In een interview met The Guardian las ik dat hij de afgelopen zeven jaar door een hel is gegaan. Owens raakte betrokken bij een verkeersongeval, raakte zijn baan én zijn vriendin kwijt en daarna zijn huis. Hij leefde een tijdje in een camper, tot die werd gestolen en hij écht alles verloor (zelfs zijn meegenomen kat zag hij nooit terug).
In 2009 draaide ik het debuutalbum van Owens band Girls helemaal grijs. Ik was gek op de shoegaze-sound uit Californië. Nummers als Lust For Life, Laura en Hellhole Ratrace hebben vijftien jaar later nog steeds een plek in mijn hart. Begin 2010 zag ik Girls optreden in Paradiso. Het was meteen de laatste keer dat ik ze zou zien.
In 2012 hief Owens zijn band op en daarmee was het uit. In elk geval tot een aantal jaar geleden. Owens belde zijn bandmaat Chet 'JR' White op en ze smeedden plannen om een nieuw Girls-album te maken. Maar tijdens de opnames merkte Owens al dat het niet goed ging met White. "Hij kon zijn ogen nauwelijks openhouden", zegt hij daarover. In oktober van 2020 overleed hij op 40-jarige leeftijd.
Die Girls-plaat kwam er dus niet meer. Maar vanaf dat moment werkte Owens aan een nieuw solo-album (zijn eerste in zo'n tien jaar tijd) dat deze week verscheen. Op I Wanna Run Barefoot Through Your Hair staan een paar nummers die bedoeld waren voor dat Girls-album. Als ik zou gokken: No Good, This Is My Guitar en Two Words.
Wat fijn dat Owens vanuit het diepste dal opkrabbelde en deze plaat kon maken. Het klinkt steengoed. Tijdens het luisteren spoelt de nostalgie over me heen. De stem van Owens voert me terug naar toen ik, als begin twintiger, naar bandjes luisterde die niemand leek te kennen. In mijn bubbel in elk geval. We luisterden nog muziek op iPods in plaats van via Spotify. Je vond nieuwe muziek via blogs. Het barstte rond 2010 van de indiedarlings die doorbraken in een niche, zodat je ze tegen je borst voor jezelf kon houden. Afijn, laat Owens daar nu eens uit komen en een succesje boeken met dit album.
Dit is vooralsnog mijn favoriete nummer:
Niets haalt mij meer uit een film, serie of boek dan een fout in de vertaling. Professionele ondertitelaars weten dat. Het is de bedoeling dat je ondertiteling wel leest maar dat het niet opvalt, zei ondertitelaar Peter Bosma tegen me. Ik schreef een artikel over de inzet van machinevertalingen door videodiensten.
Het stoort mij steeds vaker op diensten als Netflix en HBO Max en het irriteert me mateloos. Engelse zinnen worden letterlijk vertaald, er staan dt-fouten in, lange zinnen flitsen in- en uit beeld. Bij de Auteursbond zien ze ondertussen met lede ogen aan hoe streamingdiensten de laatste tijd omgaan met de tarieven voor ondertitelaars. Die worden lager en lager. Want videodiensten kunnen met AI-tools al een flinke voorzet geven door ondertitels automatisch te vertalen. En dan is de rekensom vervolgens snel gemaakt: waarom zou je een professionele ondertitelaar nog hetzelfde betalen als eerst, terwijl ze de boel alleen even na hoeven lopen met hier en daar een aanpassing?
Nou, bijvoorbeeld omdat ondertitelen een creatief vak is, dat helemaal niet draait om het zo letterlijk mogelijk vertalen van wat er gezegd wordt. Ondertitelen is parafraseren, indikken en weglaten, zegt Bosma. Om maar te zwijgen over het vertalen van grappen en culturele verwijzingen tussen de regels door.
Het is nog steeds horrormaand! Ik zag weer wat fijne Halloween-films.
Ik genoot van Barbarian, over een vrouw die 's avonds aankomt bij haar Airbnb-adres als blijkt dat de woning dubbel geboekt is. Omdat ze nergens heen kan, gokt ze dat de jongen die aanbiedt de woning te delen haar geen kwaad zal doen. Langzaamaan begint de film te escaleren, als een sneeuwbal die van de berg rolt en op het einde een gigantische lawine veroorzaakt. Het giert volledig uit de klauwen en dat is smullen.
Creature from the Black Lagoon is een van mijn favoriete Universal Monster-films. Een groep onderzoekers vaart met een boot de jungle in komt uit bij een lagune waar een vreemd schepsel zich schuilhoudt. Dit monster, ook bekend als Gill-man, is ergens in de evolutie tussen vis en mens blijven hangen. Gill-man is zo'n heerlijk dramatisch Universal Monster, bedoeld om de kijker een spiegel voor te houden. De onderwaterbeelden in de film zijn waanzinnig. Onvoorstelbaar hoe ze dat voor elkaar kregen in 1954.
Nog een klassieker: The Body Snatcher (1945), met horrorgrootheden Boris Karloff en Bela Lugosi, die eerder respectievelijk het Monster van Frankenstein en Dracula speelden. Karloff speelt in deze film de grafrover Gray. In het Edinburgh van 1831 graaft hij lichamen op die hij verkoopt aan de vooraanstaande dokter MacFarlane. De dokter gebruikt de lijken om zijn studenten te onderwijzen en de wetenschap vooruit te helpen. Als Gray mensen begint de vermoorden om zijn voorraden aan te vullen, gaat het mis. Lekker duistere film waarin Karloff de show steelt.
Ik was het niet van plan, maar kijk geloof ik alle delen uit de Final Destination-serie. In het derde deel speelt Mary Elizabeth Winstead de hoofdrol. Er is nog één ander hoogtepuntje in deze maffe film die nog minder draait om het verhaal en nog meer om de achterlijke moorden, namelijk de overgang van een beeld met twee zonnebanken waarin meisjes levend worden gefrituurd naar hun twee grafkisten. Chef's kiss.
PS.
Het frustreerde fotograaf Erwin Olaf dat zijn werk nooit in het Stedelijk Museum in Amsterdam hing. De Volkskrant beschrijft het dan ook als zoete wraak dat hij honderden foto's aan het Rijksmuseum doneerde. Komende week verschijnt de biografie over Olaf van schrijver Mischa Cohen (titel: Erwin Olaf Springveld - Hard werken, hard feesten). Die wordt in het Stedelijk gepresenteerd. Eind volgend jaar zal in het museum dan eindelijk een grote overzichtstentoonstelling van Olafs werk te zien zijn. De Volkskrant: "Postume erkenning voor de fotograaf die het museum dertig jaar lang buiten de deur hield."
Een nieuwe EP van Bon Iver: Sable,. Het prachtige nummer S P E Y S I D E verscheen al een tijdje geleden, maar ik vind AWARDS SEASON misschien nog wel mooier.
In dit kunstproject van Macro Room zie je welke offers de mensheid brengt om vooruit te komen. Of verpesten we het juist?
Op 15 november verschijnt het nieuwe boek van Lize Spit. Haar vorige twee romans (Het smelt en Ik ben er niet lazen bijna als spannende films, als ze je grepen kon je ze niet wegleggen. Knap, maar soms bijna te gekunsteld. Daarom ben ik erg benieuwd naar Autobiografie van mijn lichaam, waarin Spit meer van zichzelf laat zien. Nadat ze te horen krijgt dat haar moeder ongeneeslijk ziek is, probeert ze hun moeizame relatie nog een laatste keer te redden. Daarbij onderzoekt ze hun verleden en de verstoorde relatie tot haar eigen lichaam.
Wat een cadeau dat er na negentien jaar een nieuwe Wallace & Gromit-film verschijnt. Begin volgend jaar is Vengeance Most Fowl op Netflix te zien. Er is alvast een teaser.
De Amsterdamse Luud Schimmelpennink was in 1974 zijn tijd ver vooruit met zijn wittefietsenplan en de Witkar, een elektrisch tweepersoonsvoertuig dat je bij vijf stations in de binnenstad kon huren voor een gulden per vijf kilometer. Als de rit erop zat, stalde je het voertuig weer bij een station en kon een ander ermee rijden. Vijftig jaar geleden! Lang voor initiatieven als de Tier-fietsen en de Check-scooters. De BBC publiceerde deze week een reportage uit het archief over Witkar.
Je las mijn weblog van 14 tot en met 20 oktober 2024. Abonneer je op mijn gratis nieuwsbrief om deze blog elke zondag vanzelf in je mailbox te ontvangen.
Comments